woensdag 6 februari 2019

F35: ieder voor zich en de EU voor ons allen

Eindelijk is de eerste F35 aan de Koninklijke luchtmacht opgeleverd. Het nieuwe gevechtsvliegtuig – ook bekend als de Joint Strike Fighter– is de lang verwachte vervanging van de F16. In het voortraject stelde Nederland zich niet bepaald EU-minded op. 


De levering van het eerste toestel werd In Fort Worth, Texas uitgebreid gevierd. Lockheed Martin plaatste een paginagrote felicitatieadvertentie in Nederlandse dagbladen. Technische prestaties en de “revolutie in het luchtgevecht” werden breed uitgemeten in de media. De onderdelen van Nederlandse makelij (zoals GKN Aerospace /Fokker, Thales Nederland en Aeronamic) kregen alle aandacht. Journalisten memoreerden de lange voorgeschiedenis vol uitstel en overschrijdingen van de begroting.

De Adviesraad Internationale Vraagstukken AIV koos het moment om te pleiten voor een snel besluit: de F35 moet kernbommen kunnen afwerpen. Anders kan Nederland niet langer serieus genomen worden door de VS en andere bondgenoten in de NAVO. Zeker nu het INF-verdrag door Trump en Putin is opgeschort, is dat erg noodzakelijk, aldus de AIV bij monde van voorzitter De Hoop Scheffer (oud secretaris-generaal van de NAVO).

Dit is echter ook een zeer geschikt moment om de aankoop van de F35s in het licht te houden van de Europese samenwerking. Indertijd heeft Nederland - tot spijt van Europese partners - gekozen voor een Amerikaans toestel met alle (voorspelbare) complicaties. Er bestonden alternatieven, waaronder Europese vliegtuigen. Doel van de Europese samenwerking op dit punt is de versterking van het buitenlands EU-beleid op het gebied van veiligheid en defensie, en tevens het ondersteunen van technologische innovatie in de Europese industrie. Maar de sterke oriëntatie van de Nederlandse luchtmacht op die van de Verenigde Staten heeft bij de aankoopbeslissing toch de doorslag gegeven.

Virginie Mamadouh