De humanitaire crisis in Venezuela is al jaren aan de gang. Miljoenen zijn het land ontvlucht vanwege de politieke terreur, de hyperinflatie en de hongersnood. Kan de EU een rol spelen in dit internationale drama?
De politieke crisis werd compleet toen president Nicolás Maduro in januari aan een nieuwe termijn begon. Hij was in mei vorig jaar bij vervroegde verkiezingen op dubieuze wijze herkozen. Het was een poging om zijn legitimiteit te herbevestigen nadat hij het parlement - waarin de oppositie de meerderheid had na de Kamerverkiezingen van 2015 - terzijde had geschoven. Daarom werd de legitimiteit van zijn herinstallatie door velen niet erkend. Ook niet door het parlement dat in januari een nieuwe voorzitter koos: Juan Guaidó. Deze jonge politicus stelde dat het land geen rechtmatig gekozen president meer had en dat hij als interim zou optreden – conform de Venezolaanse grondwet. Het parlement heeft hem inmiddels als interim-president geïnstalleerd. Massademonstraties tonen brede steun voor Guaidó. Maduro wil van geen wijken weten en beschuldigt de VS van interventie. Vooralsnog staat het leger achter hem, maar hun loyaliteit lijkt af te brokkelen.
Internationale steun
Guaidó probeert met druk van de internationale gemeenschap humanitaire hulp (vooral voedsel en medicijnen) binnen te brengen voor de Venezolanen die het land niet hebben kunnen ontvluchten. Ook dringt hij aan op nieuwe verkiezingen. De VS en elf Amerikaanse staten, waaronder buurlanden Brazilië en Colombia maar ook Argentinië, Chili, Peru en Canada, steunen zijn interim-presidentschap. Maduro wordt gesteund door Rusland en China, en tevens door Turkije, Iran, en de Zuid-Amerikaanse landen Bolivia en Suriname. Zij verwerpen interventie door de internationale gemeenschap. Mexico en buurland Guyana, maar ook India en Zuid Korea hebben zich voor non-interventie uitgesproken, zonder een kant te kiezen. Dat is tot nu toe ook de positie van de Verenigde Naties.
Verdeelde EU
De EU beperkt zich tot nog toe tot steun aan het Venezolaanse parlement, tegen het onrechtmatig optreden van de president. Zij is verdeeld over de positie van Maduro na het einde van zijn eerste termijn en over de stap van Guaidó. Het Europees Parlement heeft zich wel in grote meerderheid voor steun aan Guaidó uitgesproken. De Europese Commissie blijft aandringen op nieuwe verkiezingen. De lidstaten hebben over Guaidó nog geen gemeenschappelijk standpunt bereikt.
Belangenstrijd
Uiteraard hebben ze verschillende belangen in de zaak. Alleen Spanje, Nederland en Frankrijk ondervinden direct de gevolgen van de exodus. De laatste twee door hun onderdelen in het Caribisch gebied. Curaçao vreest in het conflict meegesleept te worden als Willemstad als doorvoerhaven wordt gebruikt voor humanitaire hulp, of bij de militaire interventie waarmee de Amerikaanse president dreigt. Franse en Spaanse journalisten zijn in de gevangenis beland. Andere lidstaten zijn geneigd Maduro te steunen vanwege de ideologische verwantschap (de Griekse Syriza van premier Tsipras) of zijn terughoudend over inmenging van de internationale gemeenschap (Italië). Weer andere willen liever neutraal blijven om de Russische buurman of de Chinese investeerders niet onnodig te provoceren. Ze zijn ook in verschillende mate vatbaar voor de druk van de Zuid-Amerikaanse staten en de VS.
Verschillende standpunten
Het resultaat is een gevarieerd beeld. Denemarken, Portugal en Hongarije steunden Guaidó al vroeg. De Hongaarse premier Orbán lijkt daarbij gemobiliseerd te zijn door Spaanse collega’s in de Europese Volkspartij. Het VK, Frankrijk, Duitsland en Spanje gaven eind januari Maduro een week de tijd om nieuwe verkiezingen aan te kondigen voordat ze Guaidó zouden erkennen. Dat viel in Venezuela slecht aan beide kanten: de ene partij zag het als een koloniaal dictaat, terwijl de andere het als een gebrek aan solidariteit interpreteerde. Toen Maduro de deadline negeerde spraken deze landen hun steun uit voor interim-president Guaidó. Nederland en de meeste andere lidstaten volgden. Italië, Griekenland en Slowakije weigerden dat en blokkeren daarmee een algemeen besluit.
Contactgroep
Eind januari kwamen de EU-ministers van Buitenlandse Zaken informeel bijeen in Boekarest. Federica Mogherini, de Hoge Vertegenwoordiger voor het Buitenlands Beleid, kon daar namens de hele EU de oprichting van een internationale contactgroep aankondigen. Deze groep krijgt 90 dagen de tijd om een democratische transitie te organiseren. De regeringen van de vijf grotere lidstaten (inclusief Italië met een regering die diep verdeeld is over Guaidó) zullen eraan deelnemen met vijf Latijns-Amerikaanse landen: Bolivia (pro Maduro), Mexico (neutraal maar tegen interventie), Uruguay (pro parlement) , Costa Rica en Ecuador (pro Guaidó). In latere instantie zijn ook Nederland, Portugal en Zweden aangeschoven.
Onzekere toekomst
De eindverklaring op de eerste bijeenkomst van de contactgroep in Montevideo is door acht lidstaten van de EU (inclusief Nederland) getekend alsook door Costa Rica en Ecuador, maar niet door Bolivia en Mexico. De tekst stelt nieuwe presidentsverkiezingen en humanitaire hulp als hoofddoelen en roept op tot onderhandelingen tussen alle relevante actoren. Maduro keurde de verklaring af maar zei de EU-delegatie te zullen verwelkomen. Dat is andere taal dan zijn uithaal naar de Amerikaanse president die militaire interventie een optie had genoemd. Ondertussen gaan protesten voor en tegen Maduro door en is het totaal onzeker hoe de situatie zich gaat ontwikkelen.
Gulden middenweg
Het ongeordende optreden van de EU-lidstaten kan gelden als zoveelste voorbeeld van het onvermogen van de EU om met een stem te spreken. Men kan echter het aanmodderen ook minder streng beoordelen. Door die verschillende meningen en sensibiliteiten kunnen de lidstaten genuanceerder opereren. Binnenshuis passeren argumenten van alle partijen de revue en de verschillende lidstaten hebben hun netwerken aan beide kanten. Daardoor is het voor EU-diplomaten mogelijk een wellicht weinig glanzende maar nuttige rol te spelen in de conflictbemiddeling. Nu heeft de EU nog twee permanente zetels in de Veiligheidsraad van de VN. Daardoor is de stem van de middenweg ongetwijfeld luider te horen - naast die van de VS enerzijds en van Rusland en China anderzijds - dan straks na het vertrek van de Britten.
Virginie Mamadouh