dinsdag 19 maart 2019

De provincies en de onzichtbare Europese Unie

In vele lidstaten komen de Europese verkiezingen in mei in de schaduw te staan van nationale verkiezingen. Zondag stemden bijvoorbeeld de Slowaken in een eerste ronde voor een nieuwe president.


Woensdag gaan Nederlanders stemmen voor de Provinciale Staten (en daarmee voor de Eerste Kamer) en de Waterschappen. Indirect hebben deze bestuurlijke lagen ook met de Europese Unie te maken. Lagere overheden voeren een groot deel van het EU-beleid uit. Ze moeten zich daarbij aan de EU-regelgeving houden en kunnen dankzij tal van subsidieprogramma’s steun en fondsen verwerven in Brussel. Gemeenten en provincies zijn vertegenwoordigd in het Comité voor de Regio’s, een orgaan dat de Raad en het Parlement adviseert bij hun wetgevende activiteiten. Nederland heeft er 12 (van de 350) zetels, waarvoor per termijn telkens zes burgemeesters en zes commissarissen van de Koningin worden benoemd.

De twaalf Nederlandse provincies en het Interprovinciaal Overleg (IPO) stichtten in 2000 ook het Huis van de Nederlandse Provincies in Brussel. De provincies zijn in vier regio’s georganiseerd: Noord-, Oost- en Zuid-Nederland en Regio Randstad. Zo kunnen zij in Brussel aan belangenbehartiging doen. Bij deelname aan de besluitvorming en lobbying treden zij al dan niet gezamenlijk en in samenspraak met de Nederlandse regering op. Zij volgen nieuwe regels, beleidsacties en subsidiemogelijkheden op de voet.

De regio’s en provincies verschillen in de mate waarin zij onder Europese regelingen vallen en subsidies ontvangen van de grote EU-structuurfondsen. De vier regio’s bijvoorbeeld kregen voor de periode 2014 van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling respectievelijk 104 (Noord), 100 (Oost), 114 (Zuid) en 190 (Randstad) miljoen euro toegewezen. Of en hoe het geld gespendeerd wordt is afhankelijk van lokale initiatieven en matching fondsen.

Kandidaten en politieke partijen voor de Provinciale Staten en de Waterschappen zullen echter deze EU-onderwerpen niet snel in hun verkiezingsprogramma zetten. Als provinciale bestuurders of vertegenwoordigers zullen ze waarschijnlijk de belangenbehartiging van de eigen provincie vooropstellen. Europese politiek en internationale samenwerking lijken technische zaken, die buiten het gezicht van de kiezer blijven.

Virginie Mamadouh