We berichtten hier al eerder dat het Hongaarse Fidesz hoofdpijn veroorzaakte voor de Europese Volkspartij (EVP). Er werd lang gedreigd, gewikt en gewogen, maar tot een definitieve uitsluiting kwam het niet. In plaats daarvan werd vorige maand besloten tot een ‘schorsing voor onbepaalde tijd’. Toch een relatief krachtig gebaar gezien de betrokken belangen.
Vorige week kwam het nieuws dat de in Roemenië regerende sociaal-democratische partij PSD in de ban is gedaan door haar Europese federatie (PES, de Partij van Europese Socialisten). Aanleiding was het onder toezicht stellen van Laura Kovesi, die als officier van justitie jaagde op corrupte politici (tot zij vorig jaar werd ontslagen). In Europees verband geniet Kovesi hoog aanzien, zij staat op de nominatie om de leiding te krijgen over het Europese Openbaar Ministerie (EOM). Daarmee was de maat voor de PES vol.
Timmermans zal als Spitzenkandidaat van de PES geen campagne voeren in Roemenië. Dit is voor hem een lastige beslissing want het gaat hierbij om 10 PSD-zetels in het huidige Europese Parlement. En daar zien we meteen het dilemma van deze eurofracties. Dit geldt zowel voor de Roemeense PSD bij de PES als voor het Hongaarse Fidesz in de EVP. Beide zijn al lange tijd onderwerp van kritiek. De fracties kunnen ervoor kiezen om hun wijn te blijven verdunnen tot er alleen water over is, of om voor hun principes te blijven staan. Omdat de PSD en Fidesz beide grote partijen zijn, kost die laatste optie hen een behoorlijk aantal zetels en ze zijn - begrijpelijk - huiverig om die te verliezen. Die zullen ze in onderhandelingen met andere fracties danig missen.
Nu hebben de EVP en de PES binnen korte tijd toch beide de knoop doorgehakt. Uitsluiting van de PSD en Fidesz lijkt dan verdacht veel op een gentlemen’s agreement tussen de twee grootste fracties om op te treden tegen de dissidenten zonder hun verhoudingen te verstoren.