donderdag 2 mei 2019

Longread: Spaanse verkiezingsuitslag

Afgelopen zondag vonden in Spanje verkiezingen plaats voor het nationale parlement. Er is nogal wat veranderd, en dat heeft niet alleen te maken met wie won en wie verloor.

Eerst de grote lijnen: de vooraf grootste partij, de Conservatieve en “rechtse” Partido Popular,verloor sterk. De tweede grote partij, de socialistische Partido Socialista Obrero Español, boekte flinke winst. Aan de uiterste rechterkant kwam Vox (Latijn voor “stem”) voor het eerst in het nationale parlement. Zij won 10 % van de stemmen. Verder spelen in het parlement nog twee uit de economische crisis voortgekomen nationaal opererende partijen een rol (Podemos - “Wij kunnen het” en Ciudadanos - “Burgers”) met elk ruim 15%. De PP is nog maar net iets groter dan dat. Tot slot nog wat regionalistische partijen met ieder ten hoogste 5%.

Rode kaart
Het resultaat is niet makkelijk in een enkel plaatje samen te vatten. Een kaart met elke provincie ingekleurd naar de partij met het hoogste aantal kiezers ziet er nu uit als een vrijwel geheel rood vlak. Conservatieven hebben alleen de overmacht op enkele plekken in Castilië en Galicië en regionalisten in Baskenland en Catalonië. Het beeld van de meest gekozen partij per afzonderlijke gemeente brengt de nodige nuancering. In het hele noordelijke deel van Spanje zijn zeker nog behoorlijk wat PP-kernen, maar die liggen voornamelijk op het dunbevolkte platteland. De kernen van Podemos (links van de PSOE), liggen voor het grootste deel in de provincie Madrid. Ciudadanos (iets rechts van het midden) is wat ruimer gespreid in noordelijk Spanje. De nieuweling Vox heeft haar bolwerken in Andalusië langs de kust en in enkele delen van de provincie Madrid.

Fragmentatie
Zoals in veel landen in Europa is het partijsysteem in Spanje aan het verpulveren. De grootste partij beschikt nog maar over 28% van de stemmen (35% van de zetels). Dit leidt tot ingewikkelde coalitievorming of tot een minderheidsregering die zich bij controversiële onderwerpen van extra steun moet voorzien. De PSOE heeft inmiddels al wel de absolute meerderheid in de Senaat gewonnen zodat op dat vlak wat meer speelruimte voor eigen voorkeuren beschikbaar is. Zoals ook de laatste tijd in Noord-Europa weten de socialisten zich goed te handhaven of zelfs wat te winnen na een periode waarin het kommer en kwel was voor deze politieke familie. Dat is het nog steeds in b.v. Duitsland en Frankrijk. Vanaf 2016 – waarin we te maken kregen met Brexit en Trump – werd voor heel Europa voortdurend een vloedgolf van populisten/eurosceptici/rechtsradicalen voorzien. Velen waanden Spanje hier lange tijd immuun voor. Ook in dit land is de golf opgekomen en nu blijven steken in een min of meer bescheiden stroom.

En de dieren?
Tenslotte bleef een eigen vraag rond de Spaanse verkiezingen onbeantwoord. Hoe zal het lopen met de aandacht voor het dierenwelzijn? De verkiesbare stierenvechters op diverse lijsten stonden te laag en werden geen van alle gekozen. De Spaanse Partij voor de Dieren ging nationaal wel wat in stemmen vooruit maar ze waren te gespreid om voor zetels te zorgen. Vragen rond dit onderwerp kunnen opnieuw beantwoord worden op 26 mei. Dan zijn de verkiezingen voor de gemeenten, voor 13 autonome gemeenschappen (niet in Andalusië, Baskenland, Catalonië en Galicië) en voor het Europese Parlement, allemaal op één dag.

Herman van der Wusten